"*" geeft vereiste velden aan
Wat is swingolf?
Swingolf is golf voor iedereen - ongecompliceerd, veilig en super fijn!
Swingolf is een vereenvoudigde, leuke versie van klassiek golf – ideaal voor beginners, gezinnen, recreatieve sporters, individuele spelers, groepen, schoolklassen en bedrijfsuitjes. De sport komt oorspronkelijk uit Frankrijk en is perfect voor iedereen die golf wil proberen zonder dure uitrusting of ingewikkelde regels.
Niet ver van het Swingolf terrein ligt hetMercator restaurant en terras, waar je tussen de rondes door kunt genieten van een hapje en een drankje.
Spelverloop
Materiaal
- Club met 3 vlakken
- Swíngolfbal
- Swingolf-kaart
- Scoreblad
- Potlood
Aantal spelers
3-5
In groepen van zes of meer nemen de rondes meer tijd in beslag, waardoor het spel aan dynamiek verliest.
Met 3-5 spelers blijft het gezellig, maar verlies je het overzicht niet.
Vrijetijdstoernooien worden meestal gespeeld met flights van 3 of 4 spelers – vergelijkbaar met golf.
De belangrijkste kenmerken
- Slechts één club
In plaats van veel speciale clubs, gebruik je een universele club met drie slagvlakken (voor afslag, approach en putten). - Veilige speelbal
De bal is groter en zachter dan bij golf – waardoor hij veiliger is en geschikter voor beginners of kinderen. - Compacte banen
De banen zijn tussen 50 en 300 meter lang – dit maakt het spel sneller en minder fysiek veeleisend. - Eenvoudige regels
Vergelijkbaar met golf: de bal moet in zo min mogelijk slagen de hole raken. De regels zijn echter met opzet eenvoudig gehouden. - Natuurlijke speelgebieden
Het spel wordt meestal gespeeld in open velden of weiden – zonder traditionele golfbaaninfrastructuur. - Geschikt voor iedereen
Jong of oud, alleen of in groep: swingolf is een gezellige en laagdrempelige vrijetijdssport.
De 3 zijden van een swingolf-club
-
Vlakke zijde (driver)
Deze kant wordt gebruikt voor de teeshots of lange shots. Hij heeft een lichte helling (loft), vergelijkbaar met een driver in klassiek golf.
Foto: Driver Swingolf
-
Schuine zijde (pitch)
Deze kant is meer hellend en maakt hoge, korte schoten met meer controle mogelijk. Het komt ongeveer overeen met een wedge of ijzer in golf.
➤ Gebruik: De hole naderen, slagen over obstakels.Foto: Pitch Swingolf
-
Onderkant (putter)
De platte kant van de club wordt gebruikt om te putten, d.w.z. voor korte, precieze slagen op de green. Het is functioneel vergelijkbaar met een putter.
➤ Gebruik: korte, rechte slagen in de hole.Foto: Putter Swingolf
Swingolf-regels
- Bij de start wordt de bal gespeeld vanaf of achter een tee (=startpunt).
- Een schot met als doel de bal te raken wordt beschouwd als gespeeld.
- Op de baan mag de bal 15 cm worden verplaatst zonder de hole te naderen.
- Als de bal buiten de bounds terechtkomt, moet de speler de bal terugbrengen naar de plek vanwaar het laatste schot werd gespeeld en 1 strafpunt in rekening brengen + het te spelen schot. Dezelfde regel geldt voor een verloren bal.
- Als een bal op de green het schot van een tegenstander hindert, kan de bal worden gemarkeerd en weggenomen.
- Als een bal op de green de bal van de tegenstander raakt, worden 2 strafpunten in rekening gebracht.
- Alleen de putterzijde mag op de green worden gebruikt. Alle andere kanten zijn verboden.
- Een onspeelbare bal mag worden opgepakt en teruggelegd op minder dan 2 clublengten van het landingspunt zonder de hole te naderen (straf = 1 slag).
Puntentelling en scoreblad
-
Basisprincipe - doel van het spel
Het doel van swingolf is om de bal in zo min mogelijk slagen van de tee naar de hole te krijgen. Elke slag telt als één punt. De totaalscore is de som van alle slagen over alle holes (=stroke play).
-
Zo worden de punten genoteerd
- Het aantal slagen dat nodig is voor elke hole wordt genoteerd op een scorekaart.
- Aan het einde worden de slagen van alle holes bij elkaar opgeteld – het resultaat wordt de totaalscore genoemd (zi eook stroke play)
-
Stroke Play versus Match Play
Stroke Play (telspel)
Bij stroke play telt elke slag. Aan het einde worden alle slagen over de hele ronde opgeteld.
De speler met het laagste totaal aantal slagen wint.Voorbeeld:
Speler A heeft 65 slagen nodig, speler B heeft er 70 nodig → Speler A wint.Deze spelvorm wordt vaak gebruikt in toernooien met veel deelnemers.
Match Play (baanspel)
Bij matchplay wordt elke hole afzonderlijk gescoord.
Wie een hole met minder slagen speelt, wint die hole.
Wie aan het einde de meeste holes heeft gewonnen, wint de wedstrijd.Voorbeeld:
Speler A wint 6 holes, speler B wint er 4 → Speler A wint de wedstrijd.Dit type spel is zeer geschikt voor individuele duels of kleine groepen.
Documenten om te downloaden en te printen
Openingsuren, prijs en boekingsvoorwaarden
Openingsuren:
De Fun4All-openingsuren zijn van toepassing. Buiten het Fun4All-seizoen zijn de openingsuren van de receptie van kracht.
Prijs:
De Fun4All-prijzen zijn van toepassing.
Boekingsvoorwaarden:
De Fun4All-boekingsvoorwaarden zijn van toepassing.
